Donderdag 16 oktober j.l. heeft de PvdA in samenwerking met GroenLinksaf, D66, SGP en Werknemersbelang een initiatief voorstel ingediend om een raadsonderzoek in te stellen naar de relatie tussen de gemeente en BVO RKC Waalwijk.
Hieronder leest u het betoog van Frank den Braven, namens GroenLinksaf.
Geachte aanwezigen,
Waar we tot nu toe spraken over het telkens terugkerende dossier RKC kunnen we nu gaan spreken over de Klucht die de bemoeienis van de gemeente met RKC heet. De wetenschap dat deze coalitie liever in de file onder Epe dan onder ede staat helpt daar niet aan mee. Het zou mooi zijn als dat grappig was, maar dat is het niet. Om eerlijk te zijn heb ik er schoon genoeg van, en ik spreek hier niet alleen namens GroenLinksaf als ik dat zeg, het lijkt mij niet dat ik dat hoef uit te leggen. Laten we nou eindelijk eens stappen nemen om te zorgen dat we hier niet regelmatig staan om over hetzelfde probleem te praten.
Er zijn de afgelopen 14 a 15 jaar allerlei afspraken gemaakt over RKC. Soms bleken die afspraken onuitvoerbaar te zijn, en soms zijn ze gewoon niet uitgevoerd, althans niet op de manier die de raad voor ogen stond. Of dat verwijtbaar is of niet onduidelijk, maar dat er het een en ander fout gegaan is dat niet. Nu is er onlangs in dit dossier weer een stap gezet die en in de raad en in de samenleving voor de nodige onrust gezorgd heeft. Wat ons betreft is het nu tijd om te kijken hoe, wanneer en waarom er in het verleden door opeenvolgende colleges met de door de raad gestelde kaders is omgegaan. Dat zoiets politiek gevoelig ligt is duidelijk. Dat daar argwanend naar gekeken wordt is begrijpelijk, er zullen blote billen getoond moeten worden, en dat is altijd vervelend. Sommige dingen wil je niet publiekelijk tonen, zeker niet als dat wat getoond niet voor iedereen aangenaam is, smaken verschillen nu eenmaal. Volgens GroenLinksaf is het voor de hand liggende instrument bij een vraagstelling die kijkt naar de invulling van politieke kaders door het college een raadsonderzoek, een zwaar instrument, maar wel een instrument dat recht doet aan de lading die dit dossier heeft. Dit dossier is uitgebreid, zeer uitgebreid, besproken in de raad. We hebben besloten vergaderingen gehad, geheime vergaderingen, vertrouwelijke informatie ontvangen, er is zelfs tegen de raad gelogen en afgezien van het nakomen van de wettelijke bepalingen over actieve informatieplicht omdat men het belang van RKC haar stakeholders boven dat van de raad vond uitstijgen. De raad heeft dat allemaal geslikt om maar van de problemen af te komen. En toch blijft het fout gaan. Dat betekent dat er twee mogelijkheden zijn: de eerste is dat wij als raad nooit fatsoenlijke kaders hebben weten te schetsen waarbinnen het college haar werk naar behoren kon doen. Dat zou een pijnlijke constatering zijn, maar het zou zo maar kunnen! De tweede mogelijkheid is dat de opeenvolgende colleges niet consequent het beleid uitgevoerd hebben dat hen door de gemeenteraad is opgedragen, dat er ad hoc beslissingen genomen zijn die de uitgangspunten van beleid zoals geformuleerd door de raad doorkruist hebben. Dat kan pijnlijk zijn, maar we gaan er van uit dat alles te goeder trouw gebeurt is. Om hiervan te leren en te om te kunnen begrijpen hoe we in de rug tegen de muur positie gekomen zijn waar we ons nu in bevinden is het belangrijk dat we ons uiterste best doen om de onderste steen boven te krijgen. Het is ook van belang dat we onze bevolking laten zien dat we bereid zijn onze eigen vuile was eens goed te bekijken om te zien waar die grote vlekken nou precies vandaan komen. We kunnen weinig veranderen aan de problemen waar we nu mee zitten, problemen die ook door een onderzoek, op welke manier dan ook uitgevoerd, niet zullen verdwijnen. Maar dit dossier wordt door een groot deel van onze bevolking gezien als het bewijs dat we hier in ons rode paleis maar wat aanrommelen. Het zou onverantwoord zijn nu niet een uiterste inspanning te doen de gang van zaken duidelijk te krijgen zodat wij verder kunnen.
Wij horen de coalitie zeggen dat zo’n onderzoek uitgevoerd zou moeten worden door de gemeentelijke rekenkamercommissie. Volgens ons is dat een weinig voor de hand liggende optie. Daar zijn verschillende redenen voor waarvan nog maar de minste is dat de rekenkamercommissie doet wat zij zinvol achten, en dat is iets anders dan doen wat wij willen. Uit de gesprekken die wij met de rekenkamer hebben mogen voeren is ons duidelijk geworden dat zij op voorhand dit dossier politiek te zwaar beladen vinden om in overweging te nemen. Daar komt dan nog eens bij dat de opdracht van de rekenkamer is zich onafhankelijk van de raad te verdiepen in de doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid. Wij praten hier niet over één beleid, dat beleid is per college verschillend geweest, de omstandigheden zijn ook verschillende malen veranderd. Verder kan de rekenkamer alleen mensen uit de organisatie, raad en college dwingend bevragen. Mensen van buitenaf hoeven niet mee te werken aan het onderzoek, en als ze dat wel doen kan hen op geen enkele wijze verplicht worden vragen die ze niet leuk vinden te beantwoorden. Nou geldt gedeeltelijk hetzelfde argument voor de raad, maar een uitnodiging van een raad enquêtecommissie afslaan heeft wel een iets andere lading dan de uitnodiging van een rekenkamer. Wij kunnen ook niet praten over het laten doen van een onderzoek naar, we kunnen hooguit vragen, en om meerdere redenen is het niet aannemelijk dat een onderzoek dat ons volgens de opdracht voor ogen staat door de rekenkamer uitgevoerd kan worden. Ik vat ze nog even samen. De doelstelling is te nauw geformuleerd, de lading te politiek gevoelig, de bevoegdheden van de rekenkamer zijn te beperkt en de strekking van het onderzoek is te afwijkend van het doel waarvoor de rekenkamer in het leven is geroepen. Kortom, een raadsonderzoek is het geëigende instrument voor een situatie als deze, en wij roepen alle raadsleden dan ook op om zo’n onderzoek niet te blokkeren. Laat zien dat je de situatie, en misschien nog belangrijker, het funktioneren van de raad als kaderstellend orgaan in de gemeente Waalwijk serieus neemt. Als je hier durft te zeggen dat het nemen van een miljoenenverlies op de BVO RKC niet ernstig genoeg is om de kosten van een gedegen onderzoek te rechtvaardigen, dan zie je de ernst van wat er gebeurt is niet in, of misschien juist wel. Er is nog veel onduidelijk.
tot zover in eerste instantie.
Naschrift: de coalitie was heel erg boos op deze bijdrage. Wat zij niet wisten was dat alle dingen die als verwijt opgepakt konden worden kwamen van vertegenwoordigers van coalitiepartijen of het college. Voor de volledigheid vermeld ik de bronnen voor die opmerkingen waar ik over spreek hieronder.
De wetenschap dat deze coalitie liever in de file onder Epe dan onder ede staat helpt daar niet aan mee. (referentie aan opmerking gemaakt door de burgemeester tussen bijdrages door)
De VVD vraagt in 2009 de wethouder of hij afstand wil nemen van de bewoordingen in het Brabants Dagblad dat de raad volledig geïnformeerd zouden zijn, en noemt die opmerking van de wethouder een duidelijke leugen. Verder zeggen ze dat watt hen betreft in 2003 de laatste euro beschikbaar gesteld werd, en ze vervolgen: Er is een raadsbesluit gekomen, er zijn voorwaarden gesteld. Nu blijkt dat wij te lichtvaardig hebben vertrouwd op een correcte afhandeling van het raadsbesluit van toen door het college.
NB: Tijdens een RKC vergadering in 2010 meldt de fractievoorzitter van de VVD, mede-indiener van een motie van afkeuring tegen wethouder van Dongen omdat hij aantoonbaar gelogen had, nu met zijn partij lid van de nieuwe coalitie dat die leugen die hij een jaar daarvoor aanleiding vond voor een motie van afkeuring ”een leugen in het belang van Waalwijk was.
Lokaal belang zegt in 2009 dat met de wetenschap van nu rustig gesteld kan worden dat de in het verleden in dit verband genomen besluiten niet altijd genomen zijn vanuit een zorgvuldigheid die bij een dergelijke beslissing wenselijk of wellicht noodzakelijk waren geweest.
In 2009 vertelt de wethouder dat de afspraken over de verpanding van televisiegelden liggen die niet door iedereen ondertekent zijn, de bewoording die gebruikt is in de stukken over de garantstelling zijn zodanig dat ze niet hard te maken zijn, het geheel van afspraken is zo ondoorzichtig dat we op basis daarvan geen juridische claim in kunnen dienen.
In 2003 wordt geconstateerd dat de rol van de gemeentelijke toezichthouder een onvoldoende verankering had in formeel-juridische zin. De portefeuillehouder vertelt ons tijdens de informatiebijeenkomst van een paar maanden geleden dat er eigenlijk geen goede juridische afspraken op papier staan over de rol van de toezichthouder. 11 jaar later!
Amendement 1-2010 stelt dat indien onverhoopt de huur niet wordt voldaan op het in de overeenkomst aangegeven tijdstip de raad daarvan direct in kennis wordt gesteld en onverwijld tot invordering van de ontstane huurschuld wordt overgegaan.
Huur Juli 2014 niet betaald. Mededeling Wethouder 23-juli. Invordering niet gebeurd.
In 2014 laat het college plotseling en voor de eerste keer de hoogte van de leningen en investering als grondslag voor het bepalen van de boekwaarde van het stadion los. Praktisch gezien wordt de hoogte van de lening verlaagd om de aflossing te kunnen verlagen. Technisch/juridisch gezien is dat een schenking. Dat is in afwijking van het eerder door de raad vastgestelde beleid. Deze beslissing wordt genomen zonder de raad te raadplegen en gevalideerd door de coalitie.